VEREECKEN Raymond - Sgt - Mat 0651

1ste Compagnie - 4e Troop (MMG)

 

Sgt Raymond Vereecken
1e Compagnie – 4e Troop (MMG)
stamnummer : 0651


 Groot-Britannië
1943,  v.l.n.r. : Vereecken,  Van Den Plas,  Wouters en Smith

 

Groot-Brittannië 1940 – links Marcel Luyckx (alias “de Butch) en Raymond Vereecken, 

beiden makkers van de Normaal School ‘Charles Buls’ in Brussel.

Groot-Brittannië 1941

v.l.n.r. : Jean Brien – Vereecken – Louis Westerlinck


 Clacton-on-Sea 1942 – v.l.n.r. : Raymond Vereecken,  John Nassens en ?

 

Raymond Vereecken – Lowestoft 1943.

 

 

Wat vooraf ging op het drama in Varaville,
Gebeurtenis op D-Day – 6 juni 1944 – Normandie

 

Ze waren met een handvol parachutisten van de C-Compagnie die deel uitmaakten van het 1e Canadian Parachute Battalion om hun opdracht uit te voeren. Ten zuiden van Merville en onder leiding van majoor MacLeod ondergingen ze een zwaar RAF-bombardement ,  gelukkig kwamen ze ongedeerd uit dit bombardement. Omstreeks 1 uur in de nacht bereikten ze hun doel,  Varaville,  waar ze de brug over de rivier “La Divette” dienden te vernietigen, dit gebeurde dan ook onder leiding van Sgt. Davies.  Het zou nu voor de vijandelijke pantservoertuigen veel moeilijker worden om het dorp te bereiken. Meer dan 2 maanden werden Varaville en Petitville een no man’s land.  Op 17 augustus zou hieraan een einde komen. Groen licht werd door generaal Montgomery gegeven voor operatie “Paddle”.   De achtervolging op de vijand kon beginnen!

 

“Het drama van Varaville”

Op 20 augustus werd er gestart met de herstellingen aan de brug over de rivier “La Divette”.  Ook werden er werken uitgevoerd aan de hoofdbaan die zou genomen worden om verder op te rukken.  Op de baan waar de genie de weg mijnvrij maakte rond een krater vond er kort nadien een drama plaats. 

Claude Bloch vertelt : de 1e compagnie nam als eerste de ontmijnde weg rond de krater.  De ene bren-carrier na de andere reden langs de ontmijnde doorgang,  ongeveer een 8-tal meters breed.  Deze was,  denk ik,  gemarkeerd door witte linten om de te berijden weg aan te duiden.  Ik volgde in het kielzog van verscheidene carriers die reeds de ontmijnde doorgang voorbij waren.  Toen was het ons beurt,  zonder probleem reden wij eveneens langsheen die krater.  De daarop volgende carrier reed echter op een mijn en vloog over kop.  De bemanning werd verpletterd onder het voertuig.

Raymond Vereecken schreef het volgende : ik reed achter de verongelukte carrier.  Sergeant Priemen was juist voorbij de krater gereden.  Toen het volgende voertuig rond de krater reed,  raakte het een mijn.  De bren-carrier ging over kop en vatte vuur.  Het ging allemaal heel snel,  Sgt. Priemen reed meteen achteruit en maakte een ketting vast aan de brandende carrier.  Ik reed rechts langsheen de verongelukte carrier en deed hetzelfde als Sgt. Priemen,  ik bevestigde een ketting aan het voertuig.  Met onze twee carriers trokken wij het gekantelde voertuig recht.
Onze makkers vestigden onze aandacht op het gevaar dat er wel nog andere mijnen zouden kunnen liggen rondom de krater.  Maar dat was op dat ogenblik het minste van mijn zorgen.  Die mannen moesten zo snel mogelijk uit de gekantelde carrier gehaald worden.  Ik zag toen Sergeant Van Den Plas in het voertuig.  Zijn aangezicht was verminkt,  hij had geen neus meer en de vingers van zijn handen  waren volledig verband.  Hij riep mij nog toe : “Raymond maak zoveel mogelijk Duitsers kapot als je kan”.  Hij was een goede vriend van mij in Engeland en wij
wisselden regelmatig van functie en van plaats.  In feite,  had ik op het ogenblik van het ongeluk in zijn plaats moeten zitten.  Het noodlot,  weet je…
We hadden drie doden :  Sgt. Van Den Plas,  Sdt. Massonet en Sdt. Claessens.

Sgt. Van Den Plas Sdt. Massonet Sdt. Claessens Sdt. Delstanche

 

1e Compagnie – 3e Troop (MMG)
Medium Machine Gun Vickers

 

Sdt. Delstanche,  de bestuurder van de bren-carrier,  overleefde het drama.

 

Kris Michiels et Didier Dufrane